Kleine Rituelen - Dag 22
De grote waterbaden die bij de Schaapspoort van Jeruzalem lagen, werden Betzata genoemd: ‘plaats van genade’, omdat het water werd gebruikt om schapen mee te wassen, die vervolgens werden geofferd om de genade van God af te smeken. Ook werd de baden door veel Joden gebruikt voor rituele wassingen.
Eens in de zoveel tijd borrelde het water in Betzata. Sommigen zeiden dat dat kwam door het water, dat via het aquaduct het bad instroomde. Anderen zeiden dat het een engel was, die het water aanraakte en geneeskrachtig maakte. Daardoor lag het er vol met zieken, die hoopten te genezen door het bewegende water.
Als Jezus eens bij het Betzata-bad is, ziet Hij een man in een van de zuilengangen liggen. De man is al achtendertig jaar ziek en kan niet lopen. ‘Wil je gezond worden?’ vraagt Jezus aan de man. ‘Natuurlijk,’ reageert de zieke, ‘maar het water is alleen geneeskrachtig als het beweegt en ik ben telkens te laat, omdat ik zo ziek ben en nooit op tijd bij het water kan zijn.’ ‘Ach, het maakt niet uit of het water beweegt of niet,’ zegt Jezus dan, ‘Ik zeg je, je bent vanaf dit moment gezond als je je kleedje oppakt en wegloopt uit deze ziekenboeg.’ En zo gebeurt het. De man staat op, pakt zijn kleed en loopt weg. Alsof hij nooit ziek was!
Dit gebeurt allemaal op een zaterdag, wat een officiële, religieuze rustdag is voor de Joden. Dus wanneer enkele Joodse mannen de man zijn kleed zien dragen, zeggen ze: ‘Een kleed dragen op een zaterdag, wordt door het Joodse geloof gezien als werk, dat mag niet volgens de regels!’ Maar de man zegt opgewekt: ‘Moet je luisteren, iemand heeft mij net genezen! Die persoon zei dat ik daarvoor mijn kleed op moest pakken en moest gaan lopen. Ik ben blij dat ik heb gedaan wat Hij zei, want nu ben ik genezen!’ Als de Joodse mannen horen dat iemand deze man tot een wetsovertreding heeft aangezet, willen ze meteen de naam van de genezer weten. Maar de man, het kleed nog steeds stevig onder zijn arm geklemd, weet het niet. Want Jezus heeft zijn naam niet verteld. Wijs Hem dan aan, vragen de mannen hem. Maar ook dat lukt de man niet, omdat Jezus niet meer in de buurt is. En inmiddels staat er een grote groep mensen om de mannen heen.
Later komen Jezus en de man elkaar tegen in de tempel. ‘Je bent weer gezond, zie ik,’ zegt Jezus tevreden, meteen gevolgd door een raadselachtig: ‘Doe vanaf nu geen domme of slechte dingen meer, anders kan je nog iets ergers overkomen dan de ziekte waar je aan leed!’ De man belooft plechtig een goed en eerlijk leven te leiden. En dit keer vraagt hij naar de naam van zijn weldoener: Jezus. Omdat de man heeft beloofd om de naam te geven aan de Joodse mannen zodra hij die zou weten, zoekt hij hen na zijn ontmoeting met Jezus op, om hen te vertellen dat het Jezus was die hem genas.
In tegenstelling tot wat in het boek staat, heeft Monk Collective auteur Mattias Rouw deze hervertelling geschreven.
Meer weten over Kleine Rituelen?
We vertellen je meer over het boek Kleine Rituelen –> hier.