Kleine Rituelen - Dag 15

Drie dagen na de sterfdag van Jezus gaat een groep vrouwen (o.a. Maria van Magdala, Johanna en Maria van Jakobus) terug naar Jezus’ graf om Hem te balsemen. Op de eerste dag, zijn sterfdag, was daar geen tijd voor geweest. Op de tweede dag, de zaterdag, was er geen mogelijkheid, omdat dit een verplichte rustdag was volgens het Joodse geloof. Daarom gaan ze op de derde dag, vroeg in de ochtend. Hun tassen zijn gevuld met kruikjes geurige kruiden voor het balsemen. Als laatste eerbetoon aan de man die een dierbare vriend is geweest.

 

Als ze aankomen is de steen van de graftombe weggerold. Vlug lopen ze met z’n allen naar binnen om aan de slag te gaan met de balsemprocedure. Ze ruiken de balsemkruiden die Nikodemus op vrijdag in het graf had achtergelaten. Hij had ook al een begin gemaakt met het balsemen, maar was gestopt toen de zonsondergang op gang kwam.

 

Als hun ogen aan het donker gewend zijn, kijken de vrouwen verbaasd rond. Het lijk van Jezus is er niet. Vreemd. Zou iemand het verplaatst hebben? Maar wie zou dat gedaan hebben, en waarom? De potten van Nikodemus, met mirre en aloë vera, staan nog in de tombe. Het lijkt er niet op dat Jezus’ lichaam ergens anders gebalsemd wordt.

 

Plotseling zien de vrouwen twee mannen achterin de tombe staan. Of ze de mannen nu pas zien, of dat ze ineens uit het niets verschijnen, weten ze niet. Van schrik kijken de vrouwen weg. Een van de mannen spreekt: ’Waarom zoek je iemand die levend is op deze plek? Een plek waar alleen maar dode mensen liggen? Jezus is hier niet meer, Hij leeft!’

 

Weer kijken de vrouwen elkaar verbaasd aan, en de man gaat verder: ‘Denk eens goed terug aan wat Jezus eerder tegen jullie heeft gezegd. Had Hij niet verteld dat Hij zou sterven? En dat Hij na drie dagen weer zou opstaan?’

 

Het is een vreemd gezicht. Een groepje vrouwen in discussie in een graftombe, met tassen vol kruiden in de hand. Twee mannen die naast hen staan in stralend witte kleren. Linnen doeken netjes in een hoekje opgestapeld, met tientallen potten balsem eromheen.

 

Dan herinneren de vrouwen zich de woorden van Jezus. Echt snappen doen ze het niet, maar inderdaad, Jezus had weleens gezegd dat Hij na drie dagen zou opstaan. Verbaasd bedanken ze de mannen en gaan terug naar huis. De tassen met kruiden nemen ze vol weer mee.

 

Als ze bij het huis van de leerlingen van Jezus aankomen, vertellen ze wat ze hebben meegemaakt. Maar de leerlingen kunnen het niet geloven. De vrouwen vertellen dat Jezus het ook precies zo voorspeld had. Maar zelfs Jezus’ eigen woorden, die ze zich wel degelijk herinneren, kunnen hen niet overtuigen.

 

Petrus, een van de leerlingen van Jezus, gelooft er ook niets van, maar zijn nieuwsgierigheid is gewekt. Snel rent hij naar het graf om met eigen ogen te zien of het waar is wat de vrouwen vertellen. Helaas, als hij bij het graf aankomt, zijn de mannen in witte kleding verdwenen. Hij was graag in gesprek gegaan met die mysterieuze bezoekers. Maar voor een deel vertelden de vrouwen in ieder geval de waarheid: Jezus’ lijk ligt er niet meer en de doeken waarin Hij in het graf was gelegd, liggen netjes opgevouwen.

Wat is er precies gebeurd? Vol verbazing keert Petrus terug naar huis.

In tegenstelling tot wat in het boek staat, heeft Monk Collective auteur Mattias Rouw deze hervertelling geschreven.

Meer weten over Kleine Rituelen

We vertellen je meer over het boek Kleine Rituelen –> hier.